Belgie - Antwerpen - de Zoo
mijn foto's
Als één van de oudste dierentuinen van de wereld, heeft Zoo Antwerpen natuurlijk een lange, boeiende en kleurrijke geschiedenis. Al meer dan 160 jaar verleidt, vertedert en verrast ze klein en groot. Het geheim? Het enthousiasme en de liefde van de mensen die er werken voor hún dierentuin straalt uit naar alle bezoekers. Kom het zelf voelen!
Het begin - opgezette dieren, dierenveilingen voor het publiek De Antwerpse ZOO werd gesticht op 21 juli 1843, met als opdracht de zoölogische en botanische wetenschappen te bevorderen. Jacques Kets (°1785-†1865), bekend zoöloog en plantkundige, werd aangesteld als eerste directeur. Hij aanvaardde deze functie, op voorwaarde dat een museum zou worden opgericht om zijn natuurhistorische verzamelingen in onder te brengen. Bij de inhuldiging van dit gebouw in 1844 door Z.M. Koning Leopold I, werd de maatschappij het predicaat ‘Koninklijk’ toegekend.
Omdat Kets een begaafd taxidermist was, bevatte deze eerste verzameling vooral opgezette dieren, maar die werden geleidelijk aangevuld met échte dieren. Er werd een omzendbrief gestuurd naar de Antwerpse rederijen met de vraag aan de kapiteins om vreemde dieren van hun reizen mee te brengen. Dat verzoek werd zo gretig beantwoord, dat er jaarlijks zelfs dierenveilingen werden gehouden in de dierentuin met telkens een flinke winst.
Steeds groter – met crinolines en parasol Het oorspronkelijke terrein van de Zoo, toen nog gelegen buiten de stadswallen, besloeg een oppervlakte van amper 1 hectare 59 are. Langzaam groeiden de dierkundige en botanische verzamelingen en werd de tuin uitgebreid tot een oppervlakte van 10,5 hectare. Merkwaardige gebouwen uit die eerste periode zijn de Egyptische tempel (1856) en het antilopengebouw (1861) in oosterse stijl, waar nu de okapi's wonen. (De eerste okapi arriveerde in de zoo in 1919).
Een uitstap naar de dierentuin in die tijd was niet echt bestemd voor de gewone mensen. Op zondag liet de burgerij zich met de koets tot aan de ingang brengen. Dames met crinolines en parasol, heren met wandelstok en hoed schreden dan door de tuin. Arbeiders in werkkiel werden geweerd. Ook dat is gelukkig helemaal veranderd.
Er was heel wat meer te doen, dan naar dieren en planten kijken: veel succes hadden de concerten in de kiosk van de tuin. Later werden er tijdens de winterperiode ook symfonieconcerten geprogrammeerd. Het vroegere museum werd gesloopt om plaats te maken voor een feestzaal, de Marmeren Zaal en de Wintertuin, terwijl het museum op de eerste verdieping werd ondergebracht.
De grote vernieuwing - meer ruimte en licht Na de Tweede Wereldoorlog werd besloten om de dierentuin volledig te reorganiseren en een modelzoo op te richten die voldeed aan moderne wetenschappelijke, educatieve, culturele en esthetische normen. De dierenverblijven kregen meer ruimte en licht.
Enkele opmerkelijke realisaties uit deze naoorlogse periode zijn het mensapengebouw (1958), dat in 1989 werd vernieuwd, het grote jubileumcomplex opgericht ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van de Maatschappij met verblijven voor roofvogels, zeeleeuwen en dolfijnen (1968-1969) en het nocturama (1968). In 1973 werd een volledig nieuw reptielenverblijf opgetrokken en in 1978 een nieuw gebouw voor de kleinere apensoorten.
Educatie met een glimlach Bewust van haar educatieve taak startte de Zoo in 1969 met zooklassen. Nog steeds krijgen jaarlijks enkele duizenden leerlingen en studenten op maat uitgewerkte, interactieve lessen van een goed opgeleide, enthousiaste gids. Ook groepen kunnen een rondleiding krijgen doorheen de dierentuin. Van oktober tot maart zijn er zelfs bijzonder populaire ‘achter de schermen’-rondleidingen.
Even later startten ook planetariumvoorstellingen, waar bezoekers een inzicht krijgen in het heelal en ons plekje daarin.
Op 1 januari 1983 werd de dierentuin geklasseerd als monument. Zowel de gebouwen als de tuin zijn nu beschermd patrimonium.
Blijvend vernieuwen - gifkikkers en landschapsverblijven In 1993 vierde de Zoo van Antwerpen haar 150ste verjaardag met een uitgebreide activiteitenlijst. Van dan af staat de dierentuin eigenlijk voortdurend in de steigers voor nieuwe projecten. 1997 is het jaar van subantarctische pinguïns en Alaskazeeotters in Antwerpen. Indrukwekkende onderwaterzichten, zwemmende macaronipinguïns of broedende koningspinguins trekken veel bezoekers naar de Zoo. Het gebouw en de dieren die symbool staan voor het leven op de (ijskoude) poolgebieden wordt Vriesland gedoopt.
Een belangrijke stap bij de realisatie van het masterplan, zeg maar de toekomstvisie van de Maatschappij, is de uitbreiding van het olifantenperk in de lente van 1999, Hathi-Mahal of olifantenpaleis. Bedoeling is een groot tropisch savanneperk te creëren.
Met de opening van de moerasbiotoop centraal gelegen in de tuin, krijgen heel wat dieren een nieuwe thuis. Nijlpaarden, kroeskoppelikanen, tapirs en een 60-tal moerasvogels trekken er medio 2003 in. De naam: Hippotopia.
Nieuw is het enorme landschapsberenverblijf voor de brilberen en de neusberen, in gebruik sinds 2006. Nog in 2006 werd het amfibieën- en reptielengebouw compleet gerenoveerd. Nieuwe, grote verblijven voor de dieren, een ereplaatsje voor gifkikkers, loslopende, meterslange groene leguanen (die gelukkig alleen fruit en groente eten) en een knallend onweer bij de krokodillen zijn de trekpleisters.
Ook het Nocturama kreeg een volledige facelift. Het is nu nóg mysterieuzer, nóg interactiever en met een kijkje in de dierenkeuken.
Het begin - opgezette dieren, dierenveilingen voor het publiek De Antwerpse ZOO werd gesticht op 21 juli 1843, met als opdracht de zoölogische en botanische wetenschappen te bevorderen. Jacques Kets (°1785-†1865), bekend zoöloog en plantkundige, werd aangesteld als eerste directeur. Hij aanvaardde deze functie, op voorwaarde dat een museum zou worden opgericht om zijn natuurhistorische verzamelingen in onder te brengen. Bij de inhuldiging van dit gebouw in 1844 door Z.M. Koning Leopold I, werd de maatschappij het predicaat ‘Koninklijk’ toegekend.
Omdat Kets een begaafd taxidermist was, bevatte deze eerste verzameling vooral opgezette dieren, maar die werden geleidelijk aangevuld met échte dieren. Er werd een omzendbrief gestuurd naar de Antwerpse rederijen met de vraag aan de kapiteins om vreemde dieren van hun reizen mee te brengen. Dat verzoek werd zo gretig beantwoord, dat er jaarlijks zelfs dierenveilingen werden gehouden in de dierentuin met telkens een flinke winst.
Steeds groter – met crinolines en parasol Het oorspronkelijke terrein van de Zoo, toen nog gelegen buiten de stadswallen, besloeg een oppervlakte van amper 1 hectare 59 are. Langzaam groeiden de dierkundige en botanische verzamelingen en werd de tuin uitgebreid tot een oppervlakte van 10,5 hectare. Merkwaardige gebouwen uit die eerste periode zijn de Egyptische tempel (1856) en het antilopengebouw (1861) in oosterse stijl, waar nu de okapi's wonen. (De eerste okapi arriveerde in de zoo in 1919).
Een uitstap naar de dierentuin in die tijd was niet echt bestemd voor de gewone mensen. Op zondag liet de burgerij zich met de koets tot aan de ingang brengen. Dames met crinolines en parasol, heren met wandelstok en hoed schreden dan door de tuin. Arbeiders in werkkiel werden geweerd. Ook dat is gelukkig helemaal veranderd.
Er was heel wat meer te doen, dan naar dieren en planten kijken: veel succes hadden de concerten in de kiosk van de tuin. Later werden er tijdens de winterperiode ook symfonieconcerten geprogrammeerd. Het vroegere museum werd gesloopt om plaats te maken voor een feestzaal, de Marmeren Zaal en de Wintertuin, terwijl het museum op de eerste verdieping werd ondergebracht.
De grote vernieuwing - meer ruimte en licht Na de Tweede Wereldoorlog werd besloten om de dierentuin volledig te reorganiseren en een modelzoo op te richten die voldeed aan moderne wetenschappelijke, educatieve, culturele en esthetische normen. De dierenverblijven kregen meer ruimte en licht.
Enkele opmerkelijke realisaties uit deze naoorlogse periode zijn het mensapengebouw (1958), dat in 1989 werd vernieuwd, het grote jubileumcomplex opgericht ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van de Maatschappij met verblijven voor roofvogels, zeeleeuwen en dolfijnen (1968-1969) en het nocturama (1968). In 1973 werd een volledig nieuw reptielenverblijf opgetrokken en in 1978 een nieuw gebouw voor de kleinere apensoorten.
Educatie met een glimlach Bewust van haar educatieve taak startte de Zoo in 1969 met zooklassen. Nog steeds krijgen jaarlijks enkele duizenden leerlingen en studenten op maat uitgewerkte, interactieve lessen van een goed opgeleide, enthousiaste gids. Ook groepen kunnen een rondleiding krijgen doorheen de dierentuin. Van oktober tot maart zijn er zelfs bijzonder populaire ‘achter de schermen’-rondleidingen.
Even later startten ook planetariumvoorstellingen, waar bezoekers een inzicht krijgen in het heelal en ons plekje daarin.
Op 1 januari 1983 werd de dierentuin geklasseerd als monument. Zowel de gebouwen als de tuin zijn nu beschermd patrimonium.
Blijvend vernieuwen - gifkikkers en landschapsverblijven In 1993 vierde de Zoo van Antwerpen haar 150ste verjaardag met een uitgebreide activiteitenlijst. Van dan af staat de dierentuin eigenlijk voortdurend in de steigers voor nieuwe projecten. 1997 is het jaar van subantarctische pinguïns en Alaskazeeotters in Antwerpen. Indrukwekkende onderwaterzichten, zwemmende macaronipinguïns of broedende koningspinguins trekken veel bezoekers naar de Zoo. Het gebouw en de dieren die symbool staan voor het leven op de (ijskoude) poolgebieden wordt Vriesland gedoopt.
Een belangrijke stap bij de realisatie van het masterplan, zeg maar de toekomstvisie van de Maatschappij, is de uitbreiding van het olifantenperk in de lente van 1999, Hathi-Mahal of olifantenpaleis. Bedoeling is een groot tropisch savanneperk te creëren.
Met de opening van de moerasbiotoop centraal gelegen in de tuin, krijgen heel wat dieren een nieuwe thuis. Nijlpaarden, kroeskoppelikanen, tapirs en een 60-tal moerasvogels trekken er medio 2003 in. De naam: Hippotopia.
Nieuw is het enorme landschapsberenverblijf voor de brilberen en de neusberen, in gebruik sinds 2006. Nog in 2006 werd het amfibieën- en reptielengebouw compleet gerenoveerd. Nieuwe, grote verblijven voor de dieren, een ereplaatsje voor gifkikkers, loslopende, meterslange groene leguanen (die gelukkig alleen fruit en groente eten) en een knallend onweer bij de krokodillen zijn de trekpleisters.
Ook het Nocturama kreeg een volledige facelift. Het is nu nóg mysterieuzer, nóg interactiever en met een kijkje in de dierenkeuken.